
Wij kunnen volstaan met hier een paar punten uit het RIVM-rapport
van juni 2020 te noemen:
- In Nederland hebben ondanks de regelgeving toch heel veel mensen ernstige hinder van geluid van wegverkeer (ruim 970.000 personen, waaronder circa 800.000 vanwege verkeer in steden). Vergelijk treinen (bijna 100.000 personen), vliegtuigen (circa 260.000 personen).
- Aantal mensen blootgesteld aan geluid van wegverkeer hoger dan de voorkeurswaarde in Lden

Aantal mensen blootgesteld aan geluid van wegverkeer hoger dan maximale waarde in Lden

Bij zowel de WHO als het Nederlandse geluidsnormenstelsel heeft vooral hinder een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de huidige normen en de gezondheidskundige advieswaarden. Daarnaast is bij beide in meer of mindere mate rekening gehouden met andere gezondheidseffecten van geluid dan het veroorzaken van hinder. Bij de totstandkoming van het Nederlandse geluidsnormenstelsel is daarnaast ook rekening gehouden met factoren zoals de economische belangen en de ruimtelijke functies van een gebied. Uiteindelijk heeft dit geleid tot normen die beleidsmatig acceptabel zijn, waarbij nog steeds nadelige gezondheidseffecten voorkomen.
- De WHO richt zich op het geluidniveau op de hoogst belaste buitengevel en niet op de binnenwaarde in geluidsgevoelige objecten. In het Nederlandse stelsel is de binnenwaarde juist vaak het sluitstuk van het stelsel voor gevallen waar niet voldaan kan worden aan de normen op de gevel.
In Nederland worden ongeveer 6,1 miljoen personen blootgesteld aan geluidniveaus door wegverkeer hoger dan de WHO-advieswaarde van 53 dB (Lden). Daarnaast worden ruim 4,7 miljoen personen blootgesteld aan nachtelijke geluidniveaus die groter dan of gelijk zijn aan de WHO-advieswaarde van 45 dB Lnight). Het merendeel betreft personen die worden blootgesteld aan geluid van wegverkeer op gemeentewegen.
De omvang van effecten op gezondheid en welbevinden in de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder afkomstig van wegverkeer

- Op basis van blootstellingsgegevens uit 2011-2016 is geschat dat in Nederland gemiddeld circa 750 personen per jaar een coronaire hartziekte (verstopping van de slagaders) krijgen die samenhangt met de blootstelling aan geluid van wegverkeer. Uit tabel 6.7 blijkt dat al deze 750 personen wonen in een gebied met een geluidniveau boven de WHO-advieswaarde (53 dB Lden). Het aantal mensen dat ernstige hinder door geluid van wegverkeer ondervindt wordt geschat op gemiddeld ruim 950.000 personen. Ongeveer 60% van deze ernstig gehinderden (ruim 570.000) wordt volgens tabel 6.7 blootgesteld aan geluidniveaus hoger dan de WHO-advieswaarde. Het totale, gemiddelde aantal ernstig slaapverstoorden door nachtelijk geluid van wegverkeer wordt geschat op gemiddeld ruim 540.000 personen. Het aantal ernstig slaapverstoorden dat is blootgesteld aan nachtelijke geluidniveaus van wegverkeer hoger dan de WHO-advieswaarde van 45 dB Lnight) is ruim 304.000; dit is ruim 56% van het totaalaantal ernstig slaapverstoorden.
- Indien het Nederlandse beleid zou worden aangevuld met een verankering van gezondheidsverbetering als een opzichzelfstaand doel in de wet- en regelgeving, wordt gezondheidsverbetering de reden voor het maken van een afweging voor zowel bestaande als nieuwe situaties. Dit is anders dan de huidige situatie, waarin het een mogelijk gevolg is van de verplichting om een afweging te maken over (beheersing of vermindering van) het geluidniveau bij economische ontwikkelingen of autonome groei van activiteiten.
- Het verminderen van de geluidemissie is zeer effectief. Het verminderen van emissie kan op verschillende manieren: (i) door ervoor te zorgen dat elke geluidsbron (bijvoorbeeld treinen, motorvoertuigen, vliegtuigen) minder geluid produceert, (ii) door het aantal voertuigen en/of vliegbewegingen te verminderen, (iii) door de snelheid te verlagen, en (iv) door stillere infrastructuur. Hiervoor is in de praktijk al een scala aan maatregelen beschikbaar, bijvoorbeeld verlaging van de maximumsnelheid, vermindering van het aantal voertuigen en/of vliegbewegingen, stil asfalt, plaatsing raildempers, omleiding van het verkeer en stille vliegtuigen en treinen.
- Voor maatregelen zoals het stimuleren van elektrisch rijden en het autoluw maken van wijken is samenwerking met decentrale overheden en andere lokale en regionale stakeholders noodzakelijk. Ook is het belangrijk daarbij te kijken naar koppelkansen met andere beleidsdoelen en maatregelen zoals energietransitie en luchtkwaliteitsverbetering. Want dergelijke maatregelen kunnen ook positieve neveneffecten hebben, zoals verbetering van de luchtkwaliteit, lagere CO2-emissies of meer speel- en recreatiemogelijkheden in de wijk.